Welkom?

Welkom bij Red Light District Amsterdam.

Om maar gelijk bepaalde personen uit een droom te helpen, en hun broek gesloten te houden, dit is geen blog over de Rosse Buurt van Amsterdam. Op deze blog zullen ook geen naaktfoto's te vinden zijn. De naam Red Light District is gekozen omdat ik daar in de buurt gewoond heb en er zeer regelmatig te vinden was.

Op deze weblog schrijf ik verhaaltjes uit mijn leven. Zoals mijn, volgens anderen, hilarische telefoongesprekken, mijn wel bekende manier van reizen en mijn kijk op de wereld en het nieuws. En verhalen die in het werk zijn voorgekomen, want ook daar heb ik het een en ander meegemaakt.

Er zijn ook drie gastschrijvers:

Skreewert: Een zwart/witte kater en een dondersteen tot in het puntje van zijn staart.
Scary: Een grijs gemêleerde kater, erg bang, maar hij doet zijn best om dat te overwinnen.
Mikey: Een Jack Russell die denkt dat hij een hond is.
Hun verhalen zijn te lezen in “De Wereld Van Skreewert”.




vrijdag 25 januari 2013

De buurman


Soms doe ik sneller boodschappen in Dokkum, dat is ongeveer 10 kilometer rijden, dan dat ik het hier in de buurtsuper doe, die maar op 2 minuten lopen is. Zelfs met deze sneeuw en de bijbehorende gladheid.

In plaats van dat ik in 2 minuten naar de buurtsuper liep, deed ik daar al ruim 20 minuten over. En dan ben ik nog maar 1 persoon tegengekomen die mij aan de praat hield. Hij moest even zijn ongerief aan mij kwijt, want hij was wel blij dat ik mijn straatje voor mijn huis schoon hield van sneeuw, maar was het niet eens met het tijdstip dat ik het deed.
Ik ga pas mijn straatje sneeuwvrij maken als het gestopt is met sneeuwen. De desbetreffende buurman vond dat ik het wel eerder kon doen, zodat ook tijdens de sneeuwval het nog een beetje beloopbaar is.

Misschien dat hij daar de tijd en zin in heeft, maar ik niet. Mijn hele leven heb ik al een hekel gehad om dingen te doen die geheel nutteloos zijn en daar valt sneeuwruimen tijdens een sneeuwbui ook onder.
En vanwege het slechte onderstel van mij is het ook niet slim om vaker dan nodig is sneeuw te gaan ruimen.
Ik eindigde het gesprek, wat toch al snel meer dan een kwartier duurde en wij nog steeds niet tot een overeenstemming waren gekomen over het tijdstip dat ik sneeuw moet gaan ruimen, met de woorden dat hij best mijn straatje voor het huis ook schoon mag vegen tijdens een sneeuwbui. Ik beloofde plechtig dat ik dan niet boos zou worden en ik zijn straatje een keer zou schoonvegen bij 30 graden boven 0.
Het normale gezicht van die man ziet er altijd al uit alsof hij net slecht nieuws heeft gehoord vanuit de kerk en daar de hele wereld van mee wil laten genieten, maar nu stond zijn gezicht op een tsunami aanval van sneeuw.

Maar goed, ik was eindelijk in de buurtsuper. Ik weet uit mijn hoofd wel wat ik moet hebben en ik vergeet dan ook zelden wat. Maar nu stond ik te twijfelen of ik nog wel genoeg chilisaus in huis had. Ik had het van de week nog gebruikt, maar kon me niet herinneren of er nog veel in de fles zat.
“Misschien toch eens een boodschappenbriefje maken?” hoorde ik naast me, “Mensen die op leeftijd komen schijnen daar baat bij te hebben met boodschappen doen.”
Ik kijk opzij en zie een mooie jonkvrouw staan.
Ik zie haar wel vaker in de buurtsuper, maar haar naam weet ik niet. Soms babbelen we even, soms zeggen we elkaar alleen maar even gedag.
Het duurde niet lang of we stonden in een geanimeerd gesprek met elkaar. Ook de eigenaresse van de buurtsuper kwam erbij en zo babbelden we nog enige tijd door.

En voor de koppelaars onder ons: Nee, zij is niet mijn type. Ze heeft de leeftijd dat zij mijn dochter zou kunnen zijn en die twee lieve belhamels die ze altijd bij der heeft . . .
Ik voel me nog te jong om voor opa te spelen en/of om luiers te wisselen.

Ik sta als enige klant bij de kassa, maar dat maakt niet uit, ik doe er even lang over dan bij een drukke supermarkt op koopavond met nog 10 klanten voor mij.

Op de terugweg zie ik dezelfde buurman druk bezig met een schep en kruiwagen. Hij schept een berg sneeuw, die ontstaan is met zijn straatje sneeuwvrij maken, schep voor schep in de kruiwagen. Ik vraag me af waarom hij dat doet en kan me geen enkel zinnig antwoord bedenken. Dus vraag ik het hem . . .
Het blijkt dat die berg sneeuw aan de zijkant van zijn huis, waar het totaal niemand in de weg ligt, hem erg stoort en hij het nu wegbrengt naar een dichtbij gelegen grasveldje. Ik kijk de beste brave borst eens aan en vertel hem dat het vanaf zondag flink gaat dooien en dat er regen word verwacht, dus dat de kans groot is dat de sneeuw binnen 24 uur is verdwenen.
De man vertelde mij dat hij dat wist en ging weer verder met scheppen in de sneeuw.

“Als u klaar bent, zou u dan even bij mij willen aanbellen?” vroeg ik de man.
“Waarom? Wil je soms de kruiwagen lenen om ook de sneeuw op te ruimen?”
“Nee, zo gek ben ik niet. Maar ik ga dan beginnen om een ijskasteel te maken in de berg sneeuw die u daar op het gras stort. En met de sneeuw die overblijft, wil ik dan een dorpje om het ijskasteel maken.”
De man kijkt mij met grote ogen aan. Ik kan mijn lachen niet meer houden en mijn mondhoeken beginnen een vervaarlijk trekje van een grote glimlach te krijgen. Volgens mij krijg ik nu ook nog ijzel in de tsunami van sneeuw . . .

Nee, het zal nooit goed komen tussen de buurman en mij. Al vanaf de eerste begroeting loopt het al mis. Hij kwam mij, namens de straatvereniging, een plantje brengen als welkomsgeschenk toen ik hier kwam wonen. Heel leuk, ware het niet dat het een kleine cactus was in een meest lelijke plantenpot die je maar vinden kan.
Ik heb geen hekel aan cactussen, maar doorgaans worden die dingen gegeven als je iemand niet erg graag mag. De stekels van een cactus zegt al genoeg . . .
En zoiets heb ik ook laten ontvallen toen de cactus mij werd aangeboden. Misschien had ik het iets tactischer moeten zeggen hoe ik over cactussen dacht. De cactus heeft niet lang geleefd. De plantenpot ook niet . . . Die zijn beide linea recta de kliko ingegaan . . .

Over de kliko gesproken . . .
Recht voor mijn huis is 1 keer in de 2 weken de verzamelplek voor de grijze kliko. Als ze geleegd zijn, zet de beste brave buurman de kliko’s van iedereen weer voor de desbetreffende deur. Behalve die van mij . . .
Mijn kliko blijft gewoon op de plek staan waar ik hem heb neergezet. Hij raakt hem niet aan.
Elke 2 weken zie ik hem druk in de weer met alle kliko’s en zodra hij die van mij ziet staan, loopt hij door naar de volgende kliko.

En dan kan ik het niet laten . . .
Op een dinsdagmiddag, toen ik de buurman toevallig tegenkwam, vroeg ik aan hem of hij vrijdag mijn kliko aan de weg wilde zetten en als de vuilniswagen was geweest hem weer terug wilde zetten. Ik zou een paar dagen weggaan en mijn kliko was vol.
De buurman gromde wat. Ik maakte er uit op dat hij dat wel zou doen.
Op woensdagmiddag heb ik de kliko naast mijn huis gezet. Later op de avond heb ik mijn auto, die doorgaans bijna voor zijn deur op een parkeerplaats staat, een stuk verplaatst, zodat hij hem vanuit zijn huis niet meer kon zien.
En dan nu maar afwachten wat de buurman vrijdagmorgen doet. Zou hij hem voor mij aan de weg zetten? Of zou hij de kliko gewoon laten staan?

Het werd vrijdagmorgen. Ik zag dat de buurman zijn kliko bij de anderen zetten. Daarna liep hij weer naar huis terug. De mijne liet hij gewoon naast mijn huis staan.
Op het moment dat de vuilniswagen kwam, ben ik naar buiten gelopen en heb mijn kliko erbij gezet. Ik wachtte even tot de kliko geleegd was en heb hem daarna weer naast mijn huis gezet. Ik ben weer snel naar binnen gegaan, want als de vuilniswagen langs het huis van de buurman is gereden, komt hij de kliko’s weer halen.

Ik zag hem lopen met een glimlach. Bij elke kliko die hij weghaalde, keek hij weer naar mijn huis, mij kon hij niet zien door de vitrage heen, en glimlachte hij weer.
Toen hij de laatste kliko kwam ophalen, liep ik naar de voordeur, deed mijn deur open en pakte mij kliko. Ik maakte hem open en keek er eens in. Daarna bedankte ik de buurman voor het aan de wegzetten van mijn kliko en nam mijn kliko weer mee naar binnen. Ik maakte extra veel lawaai, zodat hij goed kon horen dat mijn kliko leeg was.
Vreemd genoeg was zijn glimlach verdwenen . . .

Geen opmerkingen:

Een reactie posten