De grens over tussen Thailand en Maleisië
Het is al weer ruim twintig jaar geleden dat M en ik door
Thailand aan het rondtrekken waren. Ongeveer halverwege de vakantie waren we in
het zuiden van Thailand en besloten we om de grens met Maleisië over te gaan.
We hadden verhalen gelezen over hoe het ging bij de grens tussen Thailand en
Maleisië en die waren voor backpackers niet bepaald altijd even vriendelijk.
Maar wij zijn geen drugsgebruikers of anderszins crimineel bezig, dus wij
maakten ons geen zorgen.
Met de trein kwamen we in Sungai Kolok. Vanaf daar zouden we ongeveer een kilometer moeten lopen om in Maleisië weer op de trein te stappen. En tijdens onze wandeling kwamen we bij de douane.
De douane in Thailand bekeek onze paspoorten, zette er een uitreisstempel in en we konden doorlopen. Niks geen geneuzel in onze rugzakken.
Daarna langs de slagboom en dan een bezoekje brengen aan de douane in Maleisië. Daar kregen we een inreisstempel in onze paspoort en mochten we doorlopen. Ook hier geen gegraai in onze rugzakken.
Zouden al die verhalen die we gelezen hadden dan niet kloppen?
In Maleisië namen we de bus naar het treinstation in Rantau Pajang. Het is niet ver rijden, maar onderweg keken we in de Lonely Planet waar we heen wilde gaan. Het werd Perhentian Kecil, een klein eilandje voor de kust bij Kota Bharu. De broer van M was daar al eens geweest en had dat eilandje aangeraden voor als we een keer in de buurt zouden zijn.
Alleen reed er geen trein naar Kota Bharu. Wel een bus. Dus namen we in Rantau Pajang de bus naar Kota Bharu. De bus had net Rantau Pajang verlaten toen er midden op de weg militairen stonden met mitrailleurs in de handen. De bus stopte en deed de deur open. Er stapte één militair de bus in en bleef voorin staan. De andere militairen opende de kleppen onder in de bus en trokken alle rugzakken eruit. Die werden netjes naast elkaar gelegd met een tussenliggende afstand van een meter of twee. Daarna vroeg de militair of iedereen die buiten zijn rugzak zag liggen, er bij wilde gaan staan. Er lagen acht rugzakken op de weg, ook die van ons. Dus M en ik, samen met nog vier anderen, stonden op en liepen de bus uit en gingen bij onze rugzak staan. Er kwam een militair bij staan en die vroeg heel beleefd of wij onze rugzak open wilde maken. Daarna werd er flink gewroet in de rugzak.
Ik ben een verstokte roker en zorg er wel voor dat ik voldoende bij mij heb. De militair bekeek mijn shag, draaide het pakje een paar keer rond en begon te glimlachen. “Dutch tabacco.” zei hij. Ik knikte en hij legde de shag weer terug. Hij was schijnbaar klaar, want hij liep weg.
M is een verpleegkundige en zoals bij de meeste verpleegkundigen, moet er voor elk kwaaltje wel een middeltje mee op vakantie. We hadden zo ongeveer een hele miniapotheek bij ons. Er zaten dingen bij waarvoor we eigenlijk een medicijnpaspoort zouden moeten hebben. Maar aangezien M die middelen rechtstreeks vanuit het ziekenhuis had meegenomen, hadden we geen medicijnpaspoort. De militair bekeek alles uitvoerig, maar omdat alle medicijnen in een rood tasje met een wit kruis er op zaten, vond hij het wel goed. Ook M mocht haar rugzak weer dicht maken.
Zo verliep het ook bij de vier andere backpackers. Er lagen ook nog twee rugzakken waar niemand bij stond. Die rugzakken kende wij wel, want die was van dat Engelse stel waar wij een treincoupe mee hadden gedeeld. Maar zij waren in de bus blijven zitten.
De militairen deden helemaal niet moeilijk. Zij legden onze rugzakken weer onder in de bus, op die twee rugzakken na waar geen mensen bij hadden gestaan, en de bus mocht vertrekken. De Engelsen haalden weer opgelucht adem. Ze vertelden ons dat ze in Thailand wat cannabis hadden gekocht voor eigen gebruik en het vergeten waren om het weg te gooien voor ze de grens overgingen. Bij de douane dachten ze er opeens aan, maar aangezien ze daar geen rugzakken hadden doorzocht, dachten ze nu veilig te zijn. En nu waren ze dan wel hun rugzakken kwijt, maar ze waren niet aangehouden of opgepakt. Tot de militairen opeens opdoken en de bus aanhielden . . .
We reden alweer een kilometer of vijf door het mooie landschap van Maleisië toen we opeens werden ingehaald door een militair voertuig. Zij stopten abrupt voor de bus en kwamen met getrokken mitrailleurs de bus in gestormd. Zonder een woord te zeggen werd het Engelse stel de bus uitgesleurd en in de boeien geslagen. Daarna werden ze letterlijk in het militaire voertuig gesmeten en werd de deur achter hun gesloten.
Een militair kwam de bus weer ingelopen, verontschuldigde zich voor het tafereeltje wat we net hadden gezien en wenste iedereen een prettig verblijf in Maleisië.
Een verblijf die voor een Engels stelletje iets minder prettig zou gaan verlopen . . .
Met de trein kwamen we in Sungai Kolok. Vanaf daar zouden we ongeveer een kilometer moeten lopen om in Maleisië weer op de trein te stappen. En tijdens onze wandeling kwamen we bij de douane.
De douane in Thailand bekeek onze paspoorten, zette er een uitreisstempel in en we konden doorlopen. Niks geen geneuzel in onze rugzakken.
Daarna langs de slagboom en dan een bezoekje brengen aan de douane in Maleisië. Daar kregen we een inreisstempel in onze paspoort en mochten we doorlopen. Ook hier geen gegraai in onze rugzakken.
Zouden al die verhalen die we gelezen hadden dan niet kloppen?
In Maleisië namen we de bus naar het treinstation in Rantau Pajang. Het is niet ver rijden, maar onderweg keken we in de Lonely Planet waar we heen wilde gaan. Het werd Perhentian Kecil, een klein eilandje voor de kust bij Kota Bharu. De broer van M was daar al eens geweest en had dat eilandje aangeraden voor als we een keer in de buurt zouden zijn.
Alleen reed er geen trein naar Kota Bharu. Wel een bus. Dus namen we in Rantau Pajang de bus naar Kota Bharu. De bus had net Rantau Pajang verlaten toen er midden op de weg militairen stonden met mitrailleurs in de handen. De bus stopte en deed de deur open. Er stapte één militair de bus in en bleef voorin staan. De andere militairen opende de kleppen onder in de bus en trokken alle rugzakken eruit. Die werden netjes naast elkaar gelegd met een tussenliggende afstand van een meter of twee. Daarna vroeg de militair of iedereen die buiten zijn rugzak zag liggen, er bij wilde gaan staan. Er lagen acht rugzakken op de weg, ook die van ons. Dus M en ik, samen met nog vier anderen, stonden op en liepen de bus uit en gingen bij onze rugzak staan. Er kwam een militair bij staan en die vroeg heel beleefd of wij onze rugzak open wilde maken. Daarna werd er flink gewroet in de rugzak.
Ik ben een verstokte roker en zorg er wel voor dat ik voldoende bij mij heb. De militair bekeek mijn shag, draaide het pakje een paar keer rond en begon te glimlachen. “Dutch tabacco.” zei hij. Ik knikte en hij legde de shag weer terug. Hij was schijnbaar klaar, want hij liep weg.
M is een verpleegkundige en zoals bij de meeste verpleegkundigen, moet er voor elk kwaaltje wel een middeltje mee op vakantie. We hadden zo ongeveer een hele miniapotheek bij ons. Er zaten dingen bij waarvoor we eigenlijk een medicijnpaspoort zouden moeten hebben. Maar aangezien M die middelen rechtstreeks vanuit het ziekenhuis had meegenomen, hadden we geen medicijnpaspoort. De militair bekeek alles uitvoerig, maar omdat alle medicijnen in een rood tasje met een wit kruis er op zaten, vond hij het wel goed. Ook M mocht haar rugzak weer dicht maken.
Zo verliep het ook bij de vier andere backpackers. Er lagen ook nog twee rugzakken waar niemand bij stond. Die rugzakken kende wij wel, want die was van dat Engelse stel waar wij een treincoupe mee hadden gedeeld. Maar zij waren in de bus blijven zitten.
De militairen deden helemaal niet moeilijk. Zij legden onze rugzakken weer onder in de bus, op die twee rugzakken na waar geen mensen bij hadden gestaan, en de bus mocht vertrekken. De Engelsen haalden weer opgelucht adem. Ze vertelden ons dat ze in Thailand wat cannabis hadden gekocht voor eigen gebruik en het vergeten waren om het weg te gooien voor ze de grens overgingen. Bij de douane dachten ze er opeens aan, maar aangezien ze daar geen rugzakken hadden doorzocht, dachten ze nu veilig te zijn. En nu waren ze dan wel hun rugzakken kwijt, maar ze waren niet aangehouden of opgepakt. Tot de militairen opeens opdoken en de bus aanhielden . . .
We reden alweer een kilometer of vijf door het mooie landschap van Maleisië toen we opeens werden ingehaald door een militair voertuig. Zij stopten abrupt voor de bus en kwamen met getrokken mitrailleurs de bus in gestormd. Zonder een woord te zeggen werd het Engelse stel de bus uitgesleurd en in de boeien geslagen. Daarna werden ze letterlijk in het militaire voertuig gesmeten en werd de deur achter hun gesloten.
Een militair kwam de bus weer ingelopen, verontschuldigde zich voor het tafereeltje wat we net hadden gezien en wenste iedereen een prettig verblijf in Maleisië.
Een verblijf die voor een Engels stelletje iets minder prettig zou gaan verlopen . . .
Man, hoe dom kun je zijn om drugs mee te nemen als je in zulke landen bent? ONGELOFELIJK! kwamen die mensen uit een ei?
BeantwoordenVerwijderenSluit me aan bij Klief. Tjonge jongen!
BeantwoordenVerwijderen