Mijmerend kijk ik naar buiten mijn tuin in. De zon schijnt, weinig wolkjes in de lucht. Het weer ziet er goed uit. Beter dan mijn tuin. Dat is één grote puinhoop te noemen. Negentig procent van het groene wat groeit is onkruid. Zelfs met het hele droge hete weer schijnt het geen water nodig te hebben. Het overige groen wat groeit zijn de één of twee planten die mijn tuin nog rijk is. Ook de bestrating van de zithoek, dat volledig uit beton bestaat, is grotendeels groen te noemen.
Ik ben niet zo een tuinmens. Ja, om in te zitten/liggen wel, maar niet om in de grond te wroeten. En de laatste jaren word de tuin als een soort opslagruimte gebruikt voor overtollige bakstenen en grond. Het mos groeit lekker op die berg grond aan de zijkant van mijn zithoek.
Achter in mijn kleine tuin staat een hokje met een half vergaand groen zeiltje. Daar ligt wat hout en andere zaken in. Dingen die ik niet kwijt wil, maar niet in huis wil bewaren.
Ergens in de tuin staat een gietijzeren onderstel van een tuintafel. Het marmeren blad ligt ergens hier binnen in huis. Al enkele jaren wil ik het onderstel opknappen, zodat ik een mooie tuintafel heb. De vieze kleur groen, wat het onderstel nu heeft, overschilderen in een mooie kleur lichtblauw. Net als mijn parasolstandaard.
Dan heb ik een mooie tuintafel die niet van plastic rotzooi is gemaakt. Maar ik vergeet het steeds. Misschien ook wel omdat ik niet vaak in de tuin zit omdat het zo’n rotzooi is . . .
Enkele jaren geleden heb ik mijn oude tuinbankje opgeknapt. Het gietijzer in een mooie kleur groen geschilderd en het hout vervangen. Nu is het hout alweer bijna net zo groen als het gietijzer.
Er staan een paar plastic stoeltjes in de tuin. Stoeltjes waar je alleen vijanden op wilt zetten. Ooit waren ze wit, maar met het verstrijken van de seizoenen worden ze steeds groener. Al enkele jaren denk ik er over om ze weg te brengen naar de vuilstort, maar denk daar pas weer aan als ik net geweest ben.
Er zijn mensen die beweren dat ik geen groene vingers heb. Ik kan jullie verzekeren dat als ik wat aan raak in de tuin, ik groene vingers heb.
Ergens in de tuin, op een geheel verkeerde plek, staat de groene afvalbak. Ik snap niet waarom ik die heb, want mijn tuin is voor tachtig procent volgestort met beton. De groene afvalbak word doorgaans maar één keer per jaar geleegd. Niet omdat hij dan pas vol is, maar ik het tijd vind dat hij eens geleegd wordt.
Eigenlijk heb ik helemaal geen klagen, want ik heb veel groen in mijn tuin.
Met een glimlach draai ik me om naar mijn pc en begin dit stukje te schrijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten