Op een rustige, regenachtige, doordeweekse zondag, zat ik heerlijk in het zonnetje op de veranda. Het verkeer raasde langs me. De fietsers kwamen met moeite tegen de storm in. Een geparkeerde cabriolet was helemaal vol gesneeuwd. Lege vrachtwagens kwamen door hun zware lading de heuvel bijna niet af. Voetgangers liepen massaal door het rode licht, dat op oranje stond te knipperen. De politie liep met gillende sirene en zwaailampen naar een groepje jongeren dat bij een bushalte op een tram stonden te wachten.
Ik besloot om maar naar binnen te gaan en ging zitten. Nadat ik de deur op slot had gedraaid, deed ik hem open en liep in één keer door naar de slaapkamer. In de gang zag ik dat het schilderijtje achterstevoren aan de muur hangen. Ik draaide hem om, zodat ik nu tegen de achterkant aan keek. Onderweg naar de slaapkamer, maakte ik een tussenstop op het toilet en kwam ik erachter dat ik vergeten was het raam te sluiten toen ik hem dicht deed.
In de slaapkamer maakte ik het bed op, om het beddengoed te wassen. De machine was al vol, dus dit kon er nog wel bij. Waspoeder zat er al in, dus deed ik er drie schepjes waspoeder bij. De volgende keer doe ik er maar geen vier in, want dat lijkt me te weinig. Nadat ik de wasmachine had uitgezet, begon hij water op te nemen en te draaien. Voldaan liep ik weer naar beneden.
Op zolder aangekomen zag ik dat het netjes was opgeruimd. Nu niet meer, dus maak ik er maar een zooitje van, zodat het er goed en netjes uitzie als ik ooit weer eens op zolder kom. Nadat ik de zolder via de keldertrap had verlaten, deed ik de garagedeur op slot.
In huis zocht ik mijn sleutels en ik vond ze in de tuin.
In huis zocht ik mijn sleutels en ik vond ze in de tuin.
Ik bedacht me dat ik de vissen nog water moest geven en liep naar de koelkast. Ik deed de koelkast dicht en pakte het water voor de vissen er uit.
Ik deed de kat aan de riem en liet hem door het kattenluikje naar buiten.
Buiten hoorde ik de vogeltjes vrolijk de dodenmars fluiten op een viool.
Ik zette de radio aan en zag het nieuws. De nieuwslezer bracht met een vrolijk gezicht het slechte nieuws. Ik zocht een andere zender op en vond die in de schuur.
Nu ik toch weer buiten was, besloot ik om maar op de veranda te gaan zitten.
Het verkeer raasde langs me. De fietsers kwamen met moeite tegen de storm in. Een geparkeerde cabriolet was helemaal vol gesneeuwd. Lege vrachtwagens kwamen door hun zware lading de heuvel bijna niet af. Voetgangers liepen massaal door het rode licht, dat op oranje stond te knipperen. De politie liep met gillende sirene en zwaailampen naar een groepje jongeren dat bij een bushalte op een tram stonden te wachten . . .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten