Welkom?

Welkom bij Red Light District Amsterdam.

Om maar gelijk bepaalde personen uit een droom te helpen, en hun broek gesloten te houden, dit is geen blog over de Rosse Buurt van Amsterdam. Op deze blog zullen ook geen naaktfoto's te vinden zijn. De naam Red Light District is gekozen omdat ik daar in de buurt gewoond heb en er zeer regelmatig te vinden was.

Op deze weblog schrijf ik verhaaltjes uit mijn leven. Zoals mijn, volgens anderen, hilarische telefoongesprekken, mijn wel bekende manier van reizen en mijn kijk op de wereld en het nieuws. En verhalen die in het werk zijn voorgekomen, want ook daar heb ik het een en ander meegemaakt.

Er zijn ook drie gastschrijvers:

Skreewert: Een zwart/witte kater en een dondersteen tot in het puntje van zijn staart.
Scary: Een grijs gemêleerde kater, erg bang, maar hij doet zijn best om dat te overwinnen.
Mikey: Een Jack Russell die denkt dat hij een hond is.
Hun verhalen zijn te lezen in “De Wereld Van Skreewert”.




maandag 24 september 2012

Sorry?


“Goedemorgen, meneer. Sorry dat ik u stoor, maar . . .”
“Dat meent u niet.”
“Wat meen ik niet, meneer?”
“Die sorry die u net zei.”
“Waarom zou ik die niet menen?”
“Als u het gemeend zou hebben, zou u mij niet gestoord hebben. U belt mij willens en wetens op om sorry tegen mij te zeggen. Als u mij niet had gebeld, had u ook geen sorry hoeven zeggen. Daaruit concludeer ik dat u vooruit bedacht heeft om mij te bellen om sorry tegen mij te zeggen. Helaas komt die sorry dan niet echt gemeend over.”
“Ik meende de sorry echt wel, meneer.”
“Ik hoop dat uw vrouw u wel geloofd als u sorry zegt, ik doe het niet in ieder geval.”
“Maar waar ik u voor bel . . .”
“. . . Is om sorry tegen mij te zeggen. Toch?”
“Nee . .  Ja . . .” stamelde de man.
“Wat is het nu?”
“Het is een nee, meneer.”
“Dus u belt mij en dan begint u met iets te zeggen wat u niet wilt zeggen.”
“Ik weet echt wel wat ik wil zeggen, meneer. Maar u geeft mij die kans niet.”
“Die kans heb je verspeeld op het moment dat je begint over sorry en storen. Iemand die mij belt en daarmee gaat beginnen, heeft op voorhand al verloren.”
“Hoe bedoeld u?”
“U belt mij op om mij iets te verkopen. Dan zou u op zijn minst een strak verkooppraatje moeten hebben. Een verkooppraatje waar ik geen speld tussen kan krijgen. Alle andere babbels er om heen, geeft mij gelegenheid om u niet de kans te geven uw verkooppraatje af te gaan steken.”
“Mijn verkooppraatje is wel goed, meneer.”
“Vind je? Als je begint met een sorry, lijkt mij niet dat je verkooppraatje in orde is. Een goede verkoper is zeker van zijn zaak. Hij weet wat hij wil verkopen, heeft verstand van zaken en begint niet met een sorry. Iemand die met een sorry begint, komt bij mij erg onzeker over.”
“Ik ben echt niet onzeker, meneer. En ik weet waar ik over praat, wij hebben een goed product.”
“Is dat zo? Als u zo’n goed product hebt, moet u het houden en het niet willen verkopen.”
“Nou ja . . . We verkopen het ook niet echt.”
“Dus u wilt mij voor een product laten betalen wat ik vervolgens niet krijg?”
“U krijgt wel degelijk ons product, meneer.”
“Dan verkoopt u het dus wel. Maar alles wat u verkoopt, heeft u niet meer.”
“Meneer?”
“Mjah?”
“Zou ik u nu mogen vertellen waarvoor ik u bel?”
“Dat heeft u al verteld. U belt mij om sorry te zeggen.”

Na een diepe zucht heeft de man de verbinding verbroken. En dat zonder sorry te zeggen . . .

Geen opmerkingen:

Een reactie posten