Ik vond dit mailtje in mijn mailbox
hoi,
om maar gelijk met de deur in huis te vallen,
Ik ben op zoek naar Rinus Vet die in de jaren 70 op de wallen *werkte*
en geen onbekende familie maar doordat het allemaal schuilnamen zijn is er moeilijk iets te vinden
hoop via een *oude knar* dat hij weet waar ik eventueel terecht kan die meer weet of mij zelfs misschien iets meer kan vertellen
bij voorbaat dank
In die periode, waarschijnlijk al veel langer, had iedereen op de wallen een bijnaam. Vrijwel niemand was bekend onder zijn, of haar, eigen naam. Ik had totaal niets met de werkzaamheden op de Wallen te maken, dan behalve mijn kroegbezoek, en zei ook gewoon mijn eigen naam als iemand daar naar vroeg. En mijn echte naam is helemaal niet zo’n moeilijke naam, maar al snel was mijn verbasterd en werd ik voortaan zo genoemd.
Zo herinner ik me “blauwe Bertus”. Een hele gewone, hardwerkende man van middelbare leeftijd. Maar na zijn werk ging hij altijd naar de kroeg. Soms nog eerst even bij een dame in haar peeskamertje langs.
In de kroeg dronk blauwe Bertus alleen maar bier. En hoe meer bier er in Bertus ging, hoe blauwer zijn gezicht werd. Het begon altijd met zijn neus, die werd als eerste blauw. Daarna verspreidde het zich over zijn hele gezicht uit.
Tegen sluitingstijd vertrok hij weer. Altijd met de woorden: “Ik moet morgen weer vroeg op om te werken.” Dat zei hij ook op vrijdag en zaterdag. En het zou mij niets verbazen als hij in het weekend bij zijn baas voor een gesloten deur stond. Blauwe Bertus is niet oud geworden, hij overleed op 55 jarige leeftijd.
Nee, de drank was niet de oorzaak. Wel een blauwe auto die Bertus aanreed op een zebrapad.
Een barman werd “manke” genoemd. Dat was niet omdat hij mank liep. De barman stotterde heel erg en als je er iets van zei, of er een geintje om maakte, kon je wel vergeten dat je de rest van de avond nog iets te drinken van hem kreeg.
Iemand riep een keer ‘Hé, manke! Ik wil bier!” en de barman reageerde hier op. Sindsdien heette hij Manke.
Degene die zo bier bestelde was een Belg en zei op zijn Vlaams ‘Hé, manneke!’, maar niemand had het goed verstaan.
Maar om even terug te komen op het mailtje aan het begin van de blog . . .
De naam Rinus Vet zegt mij wel iets, maar daar houd het ook mee op. Ik kan me er geen persoon bij voorstellen, ook niet de werkzaamheden die hij deed.
Volgens mij maak je de meeste kans om de kroegen te bezoeken op de Wallen en daar eens rond te vragen. Misschien weten ze in de Oude Kerk aan de Oudezijds Voorburgwal iets over hem. Of bij het Leger des Heils.
Andere mogelijkheden zie ik niet zo snel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten