Welkom?

Welkom bij Red Light District Amsterdam.

Om maar gelijk bepaalde personen uit een droom te helpen, en hun broek gesloten te houden, dit is geen blog over de Rosse Buurt van Amsterdam. Op deze blog zullen ook geen naaktfoto's te vinden zijn. De naam Red Light District is gekozen omdat ik daar in de buurt gewoond heb en er zeer regelmatig te vinden was.

Op deze weblog schrijf ik verhaaltjes uit mijn leven. Zoals mijn, volgens anderen, hilarische telefoongesprekken, mijn wel bekende manier van reizen en mijn kijk op de wereld en het nieuws. En verhalen die in het werk zijn voorgekomen, want ook daar heb ik het een en ander meegemaakt.

Er zijn ook drie gastschrijvers:

Skreewert: Een zwart/witte kater en een dondersteen tot in het puntje van zijn staart.
Scary: Een grijs gemêleerde kater, erg bang, maar hij doet zijn best om dat te overwinnen.
Mikey: Een Jack Russell die denkt dat hij een hond is.
Hun verhalen zijn te lezen in “De Wereld Van Skreewert”.




dinsdag 5 februari 2013

Holland Crop (de voorgeschiedenis)


Een kleine tip vooraf . . . ga nog even naar de wc, zorg dat er voldoende sigaretten in de buurt liggen, dat de asbak leeg is, zet de telefoon uit en zorg voor een makkelijke stoel. Want dit is geen korte blog.

In 2006 ben ik van Amsterdam naar dit kleine dorp in Friesland verhuisd. Dit huis had geen telefoonaansluiting en die heb ik toen maar aangevraagd. Bij een nieuwe telefoonaansluiting krijgt men een paar telefoonnummers om een telefoonnummer die je aanstaat uit te kiezen. Natuurlijk neem je die het makkelijkste is te onthouden.
Maar of dat nu zo slim was . . .

Achteraf bleek dat dit telefoonnummer van een bedrijf is geweest die geen vestiging meer heeft in dit dorp. Ruim een jaar voor ik dat nummer kreeg is dat bedrijf in de brand gestoken door een ontevreden werknemer en heeft het hoofdkantoor besloten om het niet meer op te bouwen en het zo te laten.

En sinds september 2006 heb ik dat telefoonnummer. In de eerste maanden kreeg ik heel veel telefoontjes die voor dat bedrijf bedoeld waren. En met veel bedoel ik meer dan 10 telefoontjes per dag. Erg storend als je zelf aan het werk bent.
Ik had in de telefoongids en de gouden gids gekeken en daar stond mijn telefoonnummer nog bij dat bedrijf vermeld. Een bedrijf dat hier niet eens meer bestaat.
Maar goed, die mensen kunnen er ook niks aan doen, dus stond ik ze vriendelijk te woord en legde ze uit dat dit telefoonnummer niet meer met dat bedrijf was verbonden.
Gelukkig was één van de bellers zo vriendelijk om mij terug te bellen en het telefoonnummer van het hoofdkantoor te geven. Ik heb het hoofdkantoor toen gebeld en gevraagd of zij er zorg voor konden dragen dat het veranderd zou worden, dat mijn telefoonnummer niet meer verbonden zou zijn met hun bedrijf. Dat vrouwtje zou daar zorg voor dragen.
Het mocht dan wel wat minder worden, maar ik werd nog zeer regelmatig gebeld voor dat bedrijf.

22 april 2009
Gemiddeld word ik nog 5 keer per week voor dat bedrijf, maar vanmorgen was het helemaal mis, ik ben in 2 uur tijd al 5 keer gebeld door klanten van dat bedrijf. En 1 van de klanten vertelde me net dat hij het nummer uit de gouden gids had gehaald, de gouden gids van 2008/2009. Ik werd het nu wel heel erg spuugzat. Het werd tijd om dat bedrijf weer eens te bellen en vragen wat ze ooit met mijn klacht gedaan hebben.

Als eerste krijg ik een telefoniste aan de lijn. Ook wel logisch als je het algemene nummer belt.
Maar zij kan mij niet helpen en verbind mij door naar de afdeling . . .
INKOOP?¿?
Die kunnen mij ook niet helpen en verbind mij door met de afdeling . . .
PERSONEELSZAKEN?¿?
Uiteraard kunnen die mij ook niet helpen en die verbond mij weer door met . . .
KLACHTENAFDELING.
Eindelijk kan ik mijn gal spuien

“Met mevrouw M. Waar kan ik u mee van dienst zijn?”
“Ik heb een simpel vraagje, maar ik weet niet of u die wel zou kunnen beantwoorden.”
“Vraagt u maar, meneer. Dan zullen we kijken of we u kunnen helpen.”
Klinkt goed, hè?
“Weet u toevallig wanneer de vestiging in ***** is afgebrand?”
“Zover ik weet, hebben wij daar nooit een vestiging gehad, meneer.”
Ai . . . nu word het me moeilijk gemaakt . . .
“Ik weet zeker dat jullie hier een vestiging hebben gehad. Een ontevreden werknemer heeft ongeveer vier jaar geleden het zooitje in de fik gestoken.”
“Daar staat me iets van bij, maar was dat in ***** dan?”
“Ja, mevrouw, dat was in ***** , maar nu is er niks meer, maar het telefoonnummer staat nog wel in het telefoonboek en de Gouden Gids van 2008-2009. Nadat het verwijderd was uit de editie van 2007-2008. Kunt u mij verklaren waarom het nummer er opeens weer in voorkomt?”
“Nee, dat kan ik niet.”
“Wat denkt u er aan te gaan doen?”
“Wat zou u willen dat wij er aan gaan doen, meneer?”
Leuk. . . een vraag met een wedervraag beantwoorden.
“U zou er voor kunnen zorgen. . . Nee, dat zeg ik fout. . . Ik eis dat MIJN telefoonnummer niet meer in verband word gebracht met JULLIE bedrijf. Dus dat houd in dat in de nieuwe edities van het telefoonboek en de Gouden Gids MIJN telefoonnummer niet meer voorkomt.”
“En hoe moet ik dat doen, meneer?”
“Een kleine hint van mijn kant: Bel de KPN en de Gouden Gids en vraag of ze het nummer willen verwijderen?”
Straks gaat ze nog vragen of ik het wil doen . . .
“Ik weet niet of dat onze taak wel is. Kunt u dat niet beter zelf doen?”
“Ik dacht van niet. Ik kan wel mijn nummer laten verwijderen, maar niet die van meneer Jansen of mevrouw Pietersen. Het is een telefoonnummer dat aan jullie bedrijf was gekoppeld, dus jullie moeten dat veranderen. Dat kan en wil ik niet doen.”
“Meneer, ik ga het proberen.”
“Dat vind ik nu heel aardig van u. Maar hoe weet ik dat het ook daadwerkelijk gedaan is, voor ik hier de nieuwe versies van het telefoonboek en Gouden Gids in huis krijg en alsnog zie dat het er wel in staat?”
“Als u mij uw telefoonnummer even wilt geven, dan bel ik u daar over terug.”
“Mijn telefoonnummer staat in het telefoonboek van ***** onder de naam van jullie bedrijf. Dat weet u vast wel te vinden. En anders staat het wel in jullie bedrijfstelefoongidsje.”

Uit frustratie heb ik maar gelijk opgehangen. Hoe dom kan een mens zijn . . .

23 april 2009
Vandaag werd ik teruggebeld door een collega van haar . . .

“Goedemiddag, meneer.”
“Ook goedemiddag.”
“Ik vind het jammer dat u de klacht niet eerder aan mij gemeld heeft.”
“Ik heb in 2006 al met jullie gebeld en de klacht toen al bij jullie neergelegd. Dat er niks mee word gedaan is niet mijn schuld.”
“Ik heb de klacht nooit eerder gezien, meneer. Dus kan ik niet zeggen of er eerder een klacht is geweest van dien aard.”
“Dat zeg ik. . . Als er niks mee word gedaan en misschien gearchiveerd word in een prullenbak, kan ik er niks aan doen, mevrouw.”
“U mag best wel wat aardiger zijn, ik kan er ook niks aan doen.”
“Ik nog minder. Ik mag er van uitgaan dat als ik ergens een klacht indien, dat het ook opgelost word. Zeker als mij dat verteld word.”
“Maar ik heb die klacht nooit gezien, zoals ik u net al vertelde.”
“Dat is niet mijn probleem. Misschien dat u uw organisatie beter in elkaar moet zetten, zodat de juiste dingen ook op de juiste plek belanden. Zodat er iets mee gedaan kan worden en niet zomaar ergens verdwijnt.”
“U impliceert nu dat wij de klachten zomaar weggooien, meneer? Ik kan u verzekeren dat het niet gebeurd. Wij handelen alle klachten serieus af.”
“Dan mag u mij uit gaan leggen waarom na mijn telefoontje in 2006 niets is veranderd.”
“Dat is niet zo gek, want die klacht heb ik nooit gezien.”
“Met andere woorden. . . Uw organisatie zit zo slecht in elkaar, dat als iemand anders een telefoontje voor u aanneemt, het niet even aan u doorgeeft dat er een klacht is.”
“Meneer. . . Wij zitten hier met z’n tweeën. . .”
“En u collega heb ik gisteren gesproken.”
“Ja, dat klopt. Maar als u mij nu verteld wie u in 2006 heeft gesproken, dan kan ik er wat aan doen.”
“Zo. . . dus u kan het met terugwerkende kracht de klacht oplossen?”
“Nee, natuurlijk niet, meneer.”
“Dan zou ik, als ik u was, nu maar eens de klacht op gaan lossen. In 2006 is het waarschijnlijk misgegaan, dus grijp uw kans, zou ik zeggen.”
“Ik heb net op de internetsite gekeken van de KPN en de Gouden Gids, maar daar zag ik geen vermelding staan.”
“Nu weet ik zeker dat er iets mis is met de communicatie bij uw bedrijf. Sterker nog, zelfs met uw collega.”
“Nou, meneer. . . Dat is niet waar.”
“Zeker wel, want ik heb uw collega gisteren verteld dat het de volgende dag al van internet af was, maar niet uit het telefoonboek of de Gouden Gids. En dan bedoel ik de papieren versie, niet de internetversie. Op internet kan ik geen papieren bladzijde omslaan.”
“Ik kan er niks aan doen als de KPN en de Gouden Gids de vermelding blijven handhaven, meneer.”
“Dat klopt, als u geen opdracht geeft tot het verwijderen van de gegevens, zullen ze dat ook gewoon blijven doen.”
“U weet niet of wij dat wel of niet gedaan hebben, meneer.”
“Ik kan uit de aantal telefoontjes die ik krijg, die eigenlijk voor uw bedrijf bedoeld zijn, uit opmaken dat het niet gebeurd is, of niet op de juiste manier gebeurd is.”
“Maar u kon ons nu wel bereiken om uw klacht neer te leggen. Waarom heeft u dat niet eerder gedaan?”
“Nou. . . bereiken. . . Ik kreeg gisteren eerst een telefoniste aan de telefoon.”
“Nee, u had mijn collega aan de telefoon.”
“Uiteindelijk wel. Na de telefoniste, iemand van de inkoop en iemand van personeelszaken.”
“Dat meent u niet, meneer.”
“Wat denkt u? Ik ga serieus met klachten om.”
“Maar meneer? Het is eigenlijk niet ons probleem.”
“Daar heeft u helemaal gelijk in. En toch gaat u het voor mij oplossen.”
“Ik vind u niet erg vriendelijk, meneer. Dus waarom zou ik dat doen?”
“Ik heb ook geen enkele reden om vriendelijk te zijn als ik na bijna 3 jaar nog steeds telefoontjes voor jullie bedrijf krijg. Ik vind u ook niet vriendelijk, want we zitten nu al even aan de telefoon en heb nog niet één keer een excuus gehoord van uw kant. Wel van uw collega, maar niet van u en u schijnt over dit soort zaken te gaan. En toch denk ik dat u het op gaat lossen.”
“Ik denk dat u daar een inschattingsfout maakt, meneer.”
“Denkt u dat? Ik weet wel zeker van niet, mevrouw. Vanaf heden, als er een klant voor u belt, zal ik doorgeven dat het bedrijf niet meer bestaat en niet het telefoonnummer van het hoofdkantoor doorgeven. Dat zal ik wel weggooien.”
“Maar meneer. . . Dat is liegen, want we bestaan wel.”
“Nee hoor. Het is geen liegen. . . Hier in dit dorp is geen bedrijf van u gevestigd, dus liegen doe ik niet.”
“Meneer, ik vind dat u dat niet maken kan, dat kan schade brengen aan ons bedrijf.”
“U meent het. . . Had u misschien dat beter eerst kunnen bedenken, dan mij op deze manier te woord te staan. Ik merk dat u de fout af wil schuiven op de KPN en de Gouden Gids. Mij maakt het niet uit wie zijn schuld het is, maar hou u er voor verantwoordelijk, omdat het telefoonnummer aan uw bedrijf was gekoppeld.”
“Meneer? Ik denk niet dat wij eruit zullen komen.”
“Ik hoef ook nergens uit te komen. Ik heb een klacht bij u neergelegd en het is aan u om het op te lossen, niet aan mij. Dus doe u best. Doe waarvoor u bent aangenomen en werk eens goed, in plaats van mij lastig te vallen met dit soort onzin. Ik merk al dat u onvoorbereid met mij bent gaan bellen en dat is zeer onverstandig, om maar niet over dom te spreken.”
“Ik heb op internet gekeken, meneer.”
“Tja, luisteren is moeilijk. Ik had aan uw collega al vermeld dat het daar al opgelost is. Al na één dag na het telefoontje in 2006. Dus ik snap niet waarom u dan nog op internet gaat kijken.”
“Omdat ik geen telefoonboek of Gouden Gids heb van uw regio, meneer.”
“Die redenatie kan ik niet helemaal volgen, maar dat zal wel aan mij liggen.”
“Dat weet ik wel zeker, meneer. Zoals ik net al zei, omdat we geen telefoongids of Gouden Gids van uw regio hebben, heb ik even op internet gekeken. Ik mag er van uit gaan dat die twee versies gelijk zijn.”
“Ik kan u verzekeren van niet. Daar zit een groot verschil in. Het is beide van de KPN, maar twee hele verschillende afdelingen dragen zorg voor de vermeldingen in het telefoonboek of het internet.”
“Hoe weet u dat?”
“Omdat ik in 2006 ook contact heb gehad met de KPN en de Gouden Gids. Toen werd mij verteld, door beide bedrijven, dat de papieren versie een andere afdeling is dan de internetversie. En dat ik dat niet kan veranderen voor uw bedrijf. Ookal maak ik tegenwoordig gebruik van dit telefoonnummer.”
“Oh, dat wist ik niet.”
“Ik zei u net al: u bent onvoorbereid mij gaan bellen en dat is niet slim. Doe nu uw werk maar en los dit op. Ik vind dat ik al weer veel te lang met u aan de telefoon zit. Ik had een telefoontje verwacht dat het opgelost is, dat het in de volgende gids mijn nummer niet meer aan jullie bedrijf is gekoppeld. Maar het enige wat ik hoor zijn slappe excuses van u en ik maak er uit op dat u niet van plan bent om er iets aan te veranderen. Niet bepaald antwoorden die ik wilde horen.”
“Daar kan ik ook niks aan doen, meneer. Maar ik moet eerst onderzoeken of het zo is.”
“Dank u. U maakt mij nu uit voor leugenaar. En uw onderzoek stelt helemaal niks voor, want u zoekt ten eerste al op de verkeerde plek en ten tweede bent u te lui om contact op te nemen met de KPN of de Gouden Gids.”
“Meneer, u word beledigend.”
“U meent het. . . In plaats van dom bezig te zijn, kunt u ook het probleem oplossen. Maar daar heeft u niet voor gekozen. Ik begin nu echt te snappen waarom een ontevreden werknemer de vestiging hier in de brand heeft gestoken. Iedereen doet het fout, maar u niet. Ik wens u, in al uw domheid, nog een gelukkig leven en een werkzame middag. Oh, en check uw prullenbak, misschien liggen er nog wel meer klachten op u te wachten.”

En weer was ik zo vriendelijk om door allerlei frustraties de verbinding per direct te verbreken.

5 juni 2009
Inmiddels gaf ik het telefoonnummer van de klachtenafdeling door aan mensen die belden voor dat bedrijf. Ik weet dat zij er niks aan kunnen doen, niet anders dan het algemene telefoonnummer doorgeven, maar ik word er flink door gestoord en omdat zij haar werk niet doet, vind ik dat zij ook er door gestoord mag worden.
En zoals verwacht zou ze het daar niet mee eens zijn en mij bellen . . .

“Goedemorgen, u spreekt met mevrouw M van Holland Crop.”
“Goedemorgen mevrouw, wat kan ik voor u doen?”
“U zou mijn telefoonnummer niet meer door kunnen geven aan klanten, want ik kan ze ook niet verder helpen.”
“Werkt u voor Holland Crop?”
“Ja.”
“Dan kunt u ze beter helpen dan ik, want ik werk niet voor Holland Crop.”
“Maar de mensen die bellen, moeten mij niet hebben.”
“Mij al helemaal niet.”
“Ik kan u het algemene telefoonnummer geven en als u dan dat telefoonnummer doorgeeft, dan krijgen ze een telefoniste aan de lijn.”
“Mag ik u vragen hoeveel ik verdien per telefoontje?”
“Hoezo?”
“U bombardeert mij tot telefonist van Holland Crop, daar mag het bedrijf mij voor gaan betalen ook.”
“Of u nu mijn telefoonnummer doorgeeft, of het algemene nummer. Dat zal voor u niet veel uitmaken, meneer.”
“Toch wel . . . Als ik het algemene nummer doorgeef, dan komen de mensen niet bij u terecht en dat wil ik juist graag. Want dan weet u hoe vaak ik nog gebeld word voor uw bedrijf. Ik heb namelijk nog steeds het gevoel dat mijn klacht van 2006 en van een paar maanden terug niet serieus zijn genomen.”
“Ik ga altijd serieus om met klachten, meneer!!”
“O jah? Kunt u mij dan vertellen wat u met mijn klacht van een paar maanden terug hebt gedaan?”
“Euhhhhh . . . Niets. Ik zou niet weten wat ik er aan zou moeten doen.”
“Ik heb u toen een waardevolle tip gegeven en die ga ik vandaag niet herhalen.”
“En mag ik vragen wat die tip was?”
“Natuurlijk mag u dat vragen, maar als u had geluisterd, dan zou u weten dat die vraag geheel overbodig zou zijn.”
“Hoezo, meneer?”
“Ik heb in de gaten dat luisteren niet uw sterkste kant is. Hoe wilt u klachten oplossen als u al niet eens goed naar een klacht kan luisteren?”
“Ik kan heel goed luisteren, meneer.”
“Ja, naar iedereen, behalve naar mij.”
“Ik luister nu toch ook naar u?”
“Nee, u hoort mijn stem, maar u hoort niet wat ik zeg. Als u dat wel zou doen, dan zou het probleem al opgelost zijn geweest.”
Even bleef het stil, alsof ze elk woord nu aan het spellen was voor der zelf.
“Meneer? Kan ik er nu vanuit gaan dat u mijn nummer niet meer doorgeeft aan klanten?”
“Mevrouw? U kan er zeker van zijn dat ik uw nummer doorgeef aan klanten. U weigert het probleem op te lossen en ik ben het spuugzat om gratis telefonist te gaan spelen voor uw bedrijf. Vanaf nu krijgt u net zoveel telefoontjes van klanten als ik.”
“Zou u dat niet willen doen? Het is erg storend om dat soort telefoontjes te moeten afhandelen. Het stoort mij in mijn werkzaamheden.”
“Ohw . . . En bij mij niet dan?”
“Als ik eerlijk moet zijn . . . Dat maakt mij niet uit of u er last van hebt of niet.”
“En als ik eerlijk moet zijn . . . Dan vind ik dat uw intelligentie niet erg groot is. Vriendelijk naar klanten toe bent u niet, klachten lost u niet serieus op en luisteren kan u ook al niet. Hoe u aan deze baan bent gekomen is voor mij een raadsel.”
“Ik denk dat we er samen niet uitkomen, meneer.”
“Jawel, hoor . . . Als u wilt dat ik uw nummer niet meer doorgeef aan anderen, dan moet u er voor zorgen dat mijn telefoonnummer niet meer gekoppeld is aan uw bedrijf. Zowel bij de KPN als bij de Gouden Gids. Simpeler kan het niet.”
“Meneer? Daar ga ik niet over, dat is een andere afdeling.”
“Ik zal u nog 1 gouden tip geven voor ik ophang. Pak mijn klacht op en leg het op het bureau van iemand die daar wel over gaat. Als u niet weet wie dat is, dan doet u maar één van uw befaamde onderzoekjes. Tot die tijd, blijf ik gewoon uw nummer doorgeven, zodat ik weet dat u er vanzelf een keer iets aan gaat doen, omdat u spuugzat word van die telefoontjes. Net als ik.”

Zo vriendelijk als ik kan zijn, heb ik de verbinding maar verbroken, want met zulke mensen praten heeft weinig nut.

15 november 2011
De soap gaat onverminderd voort, en trouw gaf ik elke keer het telefoonnummer van de klachtenafdeling door. Inmiddels hadden er al zoveel klanten gebeld, en dus het ‘juiste’ telefoonnummer van mij gehad, dat de aantal telefoontjes wel af nam. En wat de klachtenafdeling van Holland Crop er verder mee doet, moeten hun weten, maar ik denk dat zij er net zo gestoord van worden als ik. En dat werden ze ook . . .

“Hallo.” zei ik.
“Goedendag, meneer. U spreekt met mevrouw P. van Holland Crop.”
“Goedendag. Doorgaans bellen mensen mij die Holland Crop aan de telefoon willen hebben. Niet dat Holland Crop mij belt.”
“Daar bel ik juist voor, meneer. Mevrouw M. werkt niet meer hier en ik heb haar taken overgenomen.”
“Dat is heel mooi, maar wat heb ik daar mee te maken?”
“Ik heb het vriendelijke verzoek of u dit telefoonnummer niet meer door wilt geven aan klanten, maar het algemene nummer, zodat de telefoniste ze verder kan helpen. Ik kan ze vanaf dit toestel niet doorverbinden met andere afdelingen en moet de klanten het algemene nummer geven.”
“Helaas. Ik kan aan uw vriendelijke verzoek niet voldoen. En dat om 2 redenen. Ten eerste: als ik dat ga doen, word er nooit iets met mijn klacht gedaan en ik wil dat juist zo graag. Als u de mensen aan de telefoon krijgt die ik eerst heb gesproken, weet u gelijk hoevaak ik nog gebeld word voor een bedrijf dat hier al een jaar of 6 weg is. Ten tweede: ik ben niet bij jullie in dienst als telefoniste, dus bepaal ik zelf welk nummer ik doorgeef. Als u niet meer op dit nummer gebeld wilt worden door klanten, kunt u 2 dingen doen. Als eerste: Doe uw werk en zorg ervoor dat mijn telefoonnummer niet meer met Holland Crop is verbonden. En als tweede: laat dit telefoonnummer afsluiten, dan kan u ongestoord werken. Maar hou er rekening mee dat ik al vrij snel een ander rechtstreeks nummer van u weet te vinden en dat dan door zal geven. Denk dat de tweede optie niet de meest slimme is, daarentegen is de eerste dat wel.”
“Dit telefoonnummer afsluiten is niet mogelijk. Het telefoonnummer is internationaal bekend.”
“Een internationale klachtennummer, maar met klachten vanuit eigen land word niets gedaan.”
“Ik kan niets vinden over uw klacht, meneer.”
“Ik weet niet tot hoever u terug kunt gaan in de tijd, maar deze maand is het precies 5 jaar geleden heb ik de eerste klacht neergelegd. Later, ik weet niet precies meer wanneer, heb ik de klacht nog een keer herhaald.”
“Wilt u de klacht nog een keertje herhalen, meneer? Dan zal ik mijn uiterste best doen om uw klacht te verhelpen.”
“Mijn klacht is exact hetzelfde als de reden waarom u mij belt.”
“Ik snap u niet, meneer.”
“Nee? Oké, ik zal het u nog 1 keer uitleggen, omdat u nieuw bent. U belt mij om te vragen of ik een ander telefoonnummer van uw bedrijf door kan geven en niet uw nummer, omdat u de klanten niet verder kan helpen. Ik werk niet voor jullie, jullie betalen mij geen enkele cent voor de werkzaamheden die ik voor jullie doe, dus stel ik voor dat jullie er voor gaan zorgen dat dit telefoonnummer niet meer verbonden is met Holland Crop. En dan zou ik graag zien dat het telefoonnummer uit de telefoongids verdwijnt, zowel van de papieren versie als van de internet versie, en zo ook uit de landelijke en regionale Gouden Gids. Wederom ook zowel van de papieren versie als van de internet versie. Daarnaast zou u naar al uw klanten een mailing kunnen doen dat het telefoonnummer veranderd is, omdat een aantal jaren geleden, een ontevreden werknemer het bedrijf in dit dorp in de fik heeft gestoken. Zodra dat allemaal geregeld is en de klanten mij niet meer bellen, zal ik uw telefoonnummer niet meer door hoeven geven, nietwaar?”
“Dat is vrijwel onmogelijk, meneer. Ons bedrijf heeft heel veel klanten en als we die allemaal een mailing moeten doen toekomen, dan zijn we enkele maanden verder.”
“Dat is altijd nog sneller dan de afgelopen 5 jaar dat er helemaal niets aan gedaan is. Maar ik heb een ander voorstel voor u.”
“En dat is?”
“Voor elke minuut dat ik voor jullie bedrijf bezig ben, of het nu klanten zijn die mij bellen, of dat ik een rekening voor u aan het maken ben, kost u € 10,00 per minuut. Deze zzp-er is voor jullie niet goedkoop.”
“Nou, meneer. Dat is wel erg duur.”
“Dat klopt, maar ik ben het dan ook spuugzat!”
“Ik ga kijken wat ik voor u doen kan, meneer.”
“Kijken hoeft voor mij niet, doe gewoon uw werk en handel deze klacht adequaat af, zodat ik over niet al te lange tijd geen telefoontjes meer krijg die voor jullie bedoeld zijn. Dan heeft u er ook geen last meer van.”
“Ik ga mijn uiterste best doen, meneer.”

Voor de verandering eens niet de verbinding verbroken door frustraties . . .
Al snel werd het verdacht stil met telefoontjes voor dat bedrijf. In rap tempo nam het af en tegenwoordig gaan er zelfs maanden voorbij dat er iemand belt voor dat bedrijf. Eigenlijk dacht ik er nooit meer aan, tot vanmorgen . . .
Maar dat kunnen jullie in de volgende blog lezen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten