Welkom?

Welkom bij Red Light District Amsterdam.

Om maar gelijk bepaalde personen uit een droom te helpen, en hun broek gesloten te houden, dit is geen blog over de Rosse Buurt van Amsterdam. Op deze blog zullen ook geen naaktfoto's te vinden zijn. De naam Red Light District is gekozen omdat ik daar in de buurt gewoond heb en er zeer regelmatig te vinden was.

Op deze weblog schrijf ik verhaaltjes uit mijn leven. Zoals mijn, volgens anderen, hilarische telefoongesprekken, mijn wel bekende manier van reizen en mijn kijk op de wereld en het nieuws. En verhalen die in het werk zijn voorgekomen, want ook daar heb ik het een en ander meegemaakt.

Er zijn ook drie gastschrijvers:

Skreewert: Een zwart/witte kater en een dondersteen tot in het puntje van zijn staart.
Scary: Een grijs gemêleerde kater, erg bang, maar hij doet zijn best om dat te overwinnen.
Mikey: Een Jack Russell die denkt dat hij een hond is.
Hun verhalen zijn te lezen in “De Wereld Van Skreewert”.




woensdag 27 maart 2013

Een ritje naar het 'Westen'



Al is het enige tijd geleden dat ik over mijn reizen heb geschreven, wil nog niet zeggen dat het tegenwoordig goed verloopt. In tegendeel zelfs, soms weet ik weer geheel nieuwe dingen tegen te komen.

Op zaterdag 16 maart reed ik naar een paar vrienden. Een rit van ongeveer twee uurtjes rijden. Ook zij zijn bekend met mijn manier van reizen en verheugen zich er bijna op wat er nu weer tegen zat om de rit qua tijdsduur te verlengen.
Ongeveer drie uur voor de afgesproken tijd was ik van huis gegaan. Een uur eerder dan noodzakelijk. Het begon al goed, want ik was mijn dorp nog niet uit of ik kon alweer terug naar huis. Ik was vergeten het kattenluik af te sluiten en wil niet dat Scary nu naar buiten zou kunnen. Hij komt er nog niet eens in de buurt, maar je zal zien dat het nu wel het geval is en dan niet meer weet hoe hij binnen moet komen.

Nog geen tien minuten later reed ik weer het dorp uit. ‘Als dit alles is, dan valt het nog wel mee.’ dacht ik bij mijzelf.
Maar nog geen drie kilometer stond ik alweer stil. Midden op de weg. Een aantal agenten en andere overlaten met een oranje hesje aan blokkeerden de weg. Ik snapte het in het geheel niet, maar het werd mij al snel duidelijk.
Een aantal zotten hadden zich ingeschreven voor de Bonifatiusloop. En nu zij in de buurt van de weg waren, werd de weg geblokkeerd zodat de lopers vrijspel hadden met oversteken.
Het zal jullie verbazen hoeveel zotten er zijn om met deze ijzige kou aan een hardloopwedstrijd mee doen.

Enfin . . . Ongeveer een kwartier later werd de weg weer vrijgegeven en kon ik mijn pad weer vervolgen. Helaas niet zover als ik zou willen, want nog geen tien kilometer verder werd ik van de weg afgehaald door andere agenten. Deze keer zag ik geen andere onverlaten erbij, dus of dit nu met de Bonifatiusloop had te maken, betwijfelde ik sterk.
En ik had gelijk. Dit had niks met die hardlopende zotten te maken. Het was gewoon een algehele controle van oom agent, in samenwerking met de belastingdienst alle andere onzinnige instanties die zich graag met mijn welzijn bemoeien.

Uiteraard had ik mijn zaakjes in orde. Auto had een geldige APK, ik had een geldig rijbewijs met goed lijkende pasfoto, het kentekenbewijs was in orde en er waren geen openstaande bekeuringen en arrestatiebevelen. Ook was mijn drankgebruik ver beneden de grens, want het P-tje lichtte fier op.
Het zou ook te gek zijn om al aan de kant te worden gezet met de auto als je naar een feestje toe gaat. Een feestje waar ik toch geen alcohol nuttig omdat ik daarna nog moet rijden.
Maar toch . . . Ik stond toch weer een klein half uurtje te koubekken op de carpoolplaats omdat de ambtenaren hun werk erg goed deden. Ieder weldenkend mens snapt wel wat ik met het werken van een ambtenaar bedoel. Ze werken wel, maar dan wel in super slow motion. En met kou schijnt het dan nog langzamer te moeten.

Maar goed . . . Ik kon weer verder rijden. Ik keek op de klok in het dashboard van mijn auto en als die goed zou lopen, zou ik nog ruim op tijd zijn. Na een klein rekensommetje wist ik dat ik zelfs nog ruim op tijd zou zijn.
Maar ik had de Ketelbrug nog niet gehad . . .

Ik heb altijd de mazzel om als eerste auto voor de slagbomen te staan bij de Ketelbrug. Het is me zelf een keer gelukt om midden in de nacht voor die bomen te mogen parkeren.
En nu ze bezig zijn met het opkalefateren van de Ketelbrug, is de kans alleen maar groter om enige oponthoud te hebben.
Maar dat viel erg mee. Ik weet niet wat de reden was, maar de goden van de weg waren met mij, want ik kon zo doorrijden. De slagbomen stonden als vlaggenmasten recht omhoog en zo bleven ze ook staan.

Ik vertelde Mikey dat we deze keer zelfs vroeger daar zouden zijn dan de afgesproken tijd. Iets wat niet erg vaak voorkomt, maar voor een keertje een welkome verrassing is.
Misschien had ik beter mijn mond kunnen houden, want een paar kilometer verder zag ik dat Mikey mij heel zielig aan zat te kijken en tussen zijn voorpoten lag zijn maaginhoud. Vers uit zijn maag geperst. Ik kon de gepikte kattenvoerbrokjes tellen . . .
Niet dat ik dat gedaan heb. Ik ben bij de eerste de beste benzinestation gestopt, heb uit de shop een stapel servetten geroofd en ben de stoel maar schoon gaan maken. Onderwijl lief babbelend tegen Mikey, want hij voelde zich erg schuldig.
Daarna nog even met Mikey een stukje langs de parkeerplaats gelopen en hem nog eens duidelijk gemaakt dat hij er ook niks aan kon doen. Die kattenvoerbrokjes in zijn maag was niet zijn schuld, maar de schuld van Skreewert. Skreewert is nooit te beroerd om Mikey van kattenvoerbrokjes te voorzien.

Al met al was ik nog steeds ruim op tijd. Exact vijf minuten voor de afgesproken tijd stapte ik bij de vrienden naar binnen. Echt wel knap om over een rit van een krappe twee uur, meer dan drie uur over te doen . . .
Voor de rest verliep het reizen in het westen van het land wel mee. Er waren geen grote vertragingen meer.

Maar gisteravond ging ik weer naar huis . . .
De Ketelbrug kom ik dan weer tegen . . .
Ruim een kilometer voor de brug staat een groot geel bord . . .
“Tussen 21.00 uur en 00.00 uur enige oponthoud bij de Ketelbrug” . . .
Ik kijk op mijn dashboardklokje . . .
Ik zie de tijd en begin te glimlachen . . .
Het is net 19.00 uur geweest . . .
Dit moet dus goed gaan . . .

De rit naar huis deed ik nu zelfs binnen de normale tijdsduur. In nog geen twee uur was ik weer thuis.
Later hoorde ik van een paar andere vrienden dat zij later op de avond richting huis een tijdje bij een brug hebben moeten wachten . . .
Ik heb niet zitten lachen, ik weet wat het is om voor de Ketelbrug te moeten wachten . . .
Maar inwendig . . .
                     

1 opmerking: