Welkom?

Welkom bij Red Light District Amsterdam.

Om maar gelijk bepaalde personen uit een droom te helpen, en hun broek gesloten te houden, dit is geen blog over de Rosse Buurt van Amsterdam. Op deze blog zullen ook geen naaktfoto's te vinden zijn. De naam Red Light District is gekozen omdat ik daar in de buurt gewoond heb en er zeer regelmatig te vinden was.

Op deze weblog schrijf ik verhaaltjes uit mijn leven. Zoals mijn, volgens anderen, hilarische telefoongesprekken, mijn wel bekende manier van reizen en mijn kijk op de wereld en het nieuws. En verhalen die in het werk zijn voorgekomen, want ook daar heb ik het een en ander meegemaakt.

Er zijn ook drie gastschrijvers:

Skreewert: Een zwart/witte kater en een dondersteen tot in het puntje van zijn staart.
Scary: Een grijs gemêleerde kater, erg bang, maar hij doet zijn best om dat te overwinnen.
Mikey: Een Jack Russell die denkt dat hij een hond is.
Hun verhalen zijn te lezen in “De Wereld Van Skreewert”.




dinsdag 11 juni 2013

IEKSSSS . . . Opruimwoede


Iedereen kent “De Grote Schoonmaak” wel. Als je er zelf niet mee behept ben, dan vast nog wel van je moeder, tante of oma. Misschien had je buurvrouw er vroeger wel last van en misschien wel zo erg dat jij er overlast van had.
Mijn moeder, de lieve schat is al 80 jaar, heeft het ook in der genen zitten. Elk voorjaar, vroeger ook elk najaar, moet het hele huis van boven naar beneden gedaan worden. Alles moet dan ook van zijn plek. Ook op zolder en daar komt ze maar drie keer per jaar. Ze komt er een keer om de Kerstspullen te pakken en om ze een paar weken later weer terug te zetten. En uiteraard voor “De Grote Schoonmaak” in het voorjaar. En eens in de vijf jaar moet er tijdens “De Grote Schoonmaak” de plafonds op de benedenverdieping gewit worden.
En dat doet ze nog allemaal zelf. Denk maar niet dat één van de kinderen mag helpen of dat ze er een ‘mannetje’ voor inhuurt.



Gelukkig heb ik die genen niet geërfd. “De Grote Schoonmaakgenen” zit niet in mijn bloed. Natuurlijk maak ik regelmatig schoon, maar dat is niet verbonden aan een seizoen. Ik doe het als het nodig is, of als ik er zin in heb. Al is dat laatste nog nooit voorgekomen.

Bijna zeven jaar geleden kwam ik hier wonen en buiten de keukenkastjes in de keuken, was er maar één vaste kast in huis. En wel op zo’n vreemde plek dat ik een U-vormige huiskamer overhield. De kast was ongeveer twee bij twee meter en vlak achter de deur zat een gat in de grond van ongeveer zestig bij veertig centimeter. Daar zit de watermeter in. En in de kast was geen enkele legplank of iets van dien aard te vinden. Niet dat het wat uitmaakte, want die kast moest toch weg, want ik had bedacht dat daar de trap naar boven zou komen.
Maar ja, als ik ook nog eens die kast weg ga halen, heb ik helemaal geen opbergruimte meer in mijn huis. Buiten de keukenkastjes en het zelfmeegebrachte wandmeubel.
Het gevolg is dat er overal spullen in huis staan die eigenlijk in een opbergkast horen. Mijn huiskamer lijkt ook altijd een rommeltje. En niet alleen de huiskamer. Ook in de werkruimte en schuur staan spullen “tijdelijk in de opslag”.

Maar daar gaat nu verandering in komen . . .
Ik heb nu boven een opbergkast. Die is qua vloeroppervlakte iets groter dan de kast die beneden was, maar omdat hij onder een schuin dak zit, is hij toch wat kleiner. Maar hier zitten wel een paar legplanken in.

Het grote opruimen gaat nu beginnen. Ik moet nu gaan bepalen wat ik er in wil hebbe. En waar ik het nu vandaan moet gaan halen, want ik weet wel wat ik heb, maar ik weet niet exact waar alles staat. En dan heb ik ook nog eens meer spullen die ik in de kast wil hebben, dan dat er ruimte in de kast is. En het kan niet de bedoeling zijn dat de kast half leeg valt als ik de deur open doe.
En wat zet ik achteraan en wat zet ik vooraan. Heb ik het soms nodig, of heb ik het maar één of twee keer per jaar nodig. En, misschien is dat nog wel de belangrijkste, héb ik het nog wel nodig.

Een paar luidsprekerboxen. Ze zijn erg groot en met hun tweehonderdvijftig watt per stuk geven ze een mooi geluid. Maar of ik ze ooit nog gebruik . . .
Maar dan denk ik aan de prijs en dan mogen ze de eerste driehonderd jaar nog niet weg.

Een vouwbed. Erg handig om te hebben en als je iemand maar één nachtje hier wilt laten slapen. Niemand houd het twee, of erger nog: drie, nachten vol op dat ding. Alhoewel . . . met een dikke deken tussen het matrasje en het laken is het wel weer redelijk goed te beslapen. Het nadeel is alleen dat het bed erg kort is. Maar als hier een kind blijft slapen die nog niet volgroeid is, is dat ding wel weer handig. Maar er is vrijwel niemand in mijn familie of vriendenkring die zo’n puberaal geval heeft die nog mee wil naar mij. Ik snap niet waarom niet, ze hebben nog nooit op dat onding geslapen.

Mijn kampeerspullen. Wat moet ik er eigenlijk mee. Kamperen doe ik waarschijnlijk nooit meer, maar weggooien lukt me niet. Zo ook met mijn duikspullen. Ik heb al aardig wat jaren mijn PADI, maar de laatste jaren komt er helemaal niets meer van om te duiken. Mijn knieën nemen het mij niet in dank af als ik het ga doen. En dat uit zich na een duik van ongeveer een uur in een dag of drie nauwelijks kunnen lopen. Maar weg doen? . . . Nee, dat nooit.

Er is ook nog een elektrische radiator. Nu heb ik inmiddels een goedwerkende centrale verwarming en dat elektrische ding is een gigantische stroomvreter. Maar het weg doen is ook weer zonde, want stel je eens voor dat mijn verwarming uit valt . . .
Alsof dat ene kleine radiatortje mijn huiskamer zou kunnen verwarmen als het vriest.
Daggutnie . . .

Wat ik zeker wil bewaren zijn mijn kraanwagentjes op schaal. Het zijn er maar tien, maar zou ze nooit wegdoen. De meeste zijn gewoon te koop, maar er zijn er drie bij die nooit voor de verkoop zijn bedoeld. Ik heb ze gekregen toen ik bij een kraanbedrijf uit Diemen werkte en voor de baas naar een dealer moest om materiaal te halen voor een kraanwagen die stuk was.
Maar ik kan ze nog nergens kwijt in huis. Nou ja . . . het kon wel, maar ik heb onderlaatst de kast voor de kraanwagentjes gesloopt voor andere doeleinden.
Het is wel een nadeel dat ik de kraanwagentjes weer heb gevonden . . . ik zit er alweer een paar uur mee te spelen.
Overigens zonder ‘broem-broem’ te zeggen.
Ik denk dat ik nog maar even doorga . . .
En morgen maar ver ga met de kast boven . . .

2 opmerkingen:

  1. das niet opruimen maar verplaatsen .......:P

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Zo ging dat vroeger ook toen ik nog mijn kamer op moest ruimen. Dingen tegenkomen waar je weer uren mee aan het spelen bent, van opruimen kwam natuurlijk niks meer van.

    Ik zou in de schuur de spullen leggen die je bijna tot niet meer gebruikt. Het is dan je huis uit en toch heb je het nog. (is dat trouwens de schuur die je hebt voor al je gewonnen dingen?) Als je daar überhaupt ruimte nog heb?

    Maar wat Sas schrijft is het niet opruimen maar verplaatsen, schiet niet op natuurlijk.

    Ik wens je succes of moet ik sterkte zeggen?

    Debby
    xx

    BeantwoordenVerwijderen