Welkom?

Welkom bij Red Light District Amsterdam.

Om maar gelijk bepaalde personen uit een droom te helpen, en hun broek gesloten te houden, dit is geen blog over de Rosse Buurt van Amsterdam. Op deze blog zullen ook geen naaktfoto's te vinden zijn. De naam Red Light District is gekozen omdat ik daar in de buurt gewoond heb en er zeer regelmatig te vinden was.

Op deze weblog schrijf ik verhaaltjes uit mijn leven. Zoals mijn, volgens anderen, hilarische telefoongesprekken, mijn wel bekende manier van reizen en mijn kijk op de wereld en het nieuws. En verhalen die in het werk zijn voorgekomen, want ook daar heb ik het een en ander meegemaakt.

Er zijn ook drie gastschrijvers:

Skreewert: Een zwart/witte kater en een dondersteen tot in het puntje van zijn staart.
Scary: Een grijs gemêleerde kater, erg bang, maar hij doet zijn best om dat te overwinnen.
Mikey: Een Jack Russell die denkt dat hij een hond is.
Hun verhalen zijn te lezen in “De Wereld Van Skreewert”.




zaterdag 24 november 2012

Ook de Sint moet inleveren



Vandaag arriveerde Sint Nicolaas in het dorp. Voorgaande jaren kwam hij met verschillende voertuigen. Soms, zoals gebruikelijk, met een witte schimmel, maar ook in een open auto, of in een koets. Zelfs een keer op een grote aanhanger achter een tractor. Maar dit jaar was het geheel anders.

Ik was onderweg naar de buurtsuper voor een paar kleine boodschapjes, toen ik in de verte de plaatselijke tamboer- en blaasclub hoorde spelen. Aan het eind van de straat kwamen enkele mensen uit de mist tevoorschijn. Mensen, groot en klein. De mensen liepen voor de plaatselijke fanfare uit en ook zij kwamen langzaam de mistwolk uit gelopen.
Zwarte Pieten huppelden vrolijk in de rondte en af en toe gaven ze wat snoepgoed aan de kinderen. Ook een enkele volwassene kreeg wat snoepgoed.

En daar kwam Sint Nicolaas aan. Ook hij was dit jaar met de benenwagen. Langzaam schreide hij over de straat heen. Stopte bij de allerkleinste om ze persoonlijk te begroeten.
Zo ging de hele stoet, achter Sint Nicolaas liepen nog veel meer mensen, richting het verenigingsgebouwtje. Dat gebouwtje staat recht voor mijn huisdeur.
Achter de stoet reed nog een hele colonne met auto’s van mensen die buiten het dorp wonen en die samen met hun kinderen ook voor Sint Nicolaas kwamen.

Nadat de stoet voorbij was, ben ik doorgelopen naar de buurtsuper. Daar kocht ik een paar kleine boodschapjes en liep weer richting huis.
Zoals ik al vermoedde stond de hele straat vol met auto’s. Ook voor mijn huis en wel zo dicht voor mijn deur, dat ik nog nauwelijks mijn huis in kon komen.

Eenmaal binnen ruimde ik mijn boodschapjes op en zette een heerlijke mok thee voor mezelf. Onder het genot van de mok thee, bedacht ik me dat Sint Nicolaas een heel eind heeft moeten lopen.
Niet omdat ik in een groot dorp woon, maar het dichtstbijzijnde water waar zijn stoomboot kan varen is op zijn minst vier kilometer weg. En dat is dan nog hemelsbreed gemeten. Over de weg is het al snel een kilometer of zeven à acht. Als Sint Nicolaas met de stoomboot via de Waddenzee is gekomen, dan is het zelfs twaalf kilometer lopen vanaf de dichtstbijzijnde aanlegplaats. Dat is een flink stuk lopen voor dat oude baasje.

Ik vraag mij af . . . Als Sint Nicolaas lopend vanaf zijn stoomboot is komen lopen, had dan niemand die oude fossiel man mee kunnen nemen in zijn/haar auto?
En als iemand dat gedaan heeft, waarom word die oude man dan voor het dorp uit de auto gesodemieterd gedropt?
Kon niemand hem bij het verenigingsgebouwtje afzetten?
En moet hij ook weer lopend terug naar zijn Stoomboot?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten