Welkom?

Welkom bij Red Light District Amsterdam.

Om maar gelijk bepaalde personen uit een droom te helpen, en hun broek gesloten te houden, dit is geen blog over de Rosse Buurt van Amsterdam. Op deze blog zullen ook geen naaktfoto's te vinden zijn. De naam Red Light District is gekozen omdat ik daar in de buurt gewoond heb en er zeer regelmatig te vinden was.

Op deze weblog schrijf ik verhaaltjes uit mijn leven. Zoals mijn, volgens anderen, hilarische telefoongesprekken, mijn wel bekende manier van reizen en mijn kijk op de wereld en het nieuws. En verhalen die in het werk zijn voorgekomen, want ook daar heb ik het een en ander meegemaakt.

Er zijn ook drie gastschrijvers:

Skreewert: Een zwart/witte kater en een dondersteen tot in het puntje van zijn staart.
Scary: Een grijs gemêleerde kater, erg bang, maar hij doet zijn best om dat te overwinnen.
Mikey: Een Jack Russell die denkt dat hij een hond is.
Hun verhalen zijn te lezen in “De Wereld Van Skreewert”.




zaterdag 27 juli 2013

Even bij de garage langs



Het was weer eens tijd om een lading boodschappen te halen. Het is altijd een feest, want ik kom dan doorgaans in drie supermarkten. Gelukkig weet ik alles te vinden, zodat ik altijd weer snel en fris in de rij bij de kassa sta.

Ik stap in mijn lieve Madam ‘Tiz en nadat ik het contactsleuteltje heb omgedraaid, begin ze lief tegen mij te snorren. Langzaam rij ik mijn dorp uit, het is een dertig kilometerzone, en op de provinciale weg druk ik het gaspedaal diep in. Madam ‘Tiz heeft er zin in en ze zoeft gracieus over het asfalt heen.
Ik geef Madam ‘Tiz een klein schouderklopje op het dashboard en prijs haar dat ze altijd voor mij paraat staat. Zonder enig morren laat ze graag haar kunsten zien.

Op dat moment valt het mij op dat er op het dashboard een lampje brand dat alleen maar brand als het contact aan is en de motor nog uit is. Ik kijk nog eens goed en zie dat het lampje van de accu is gaan branden. Ik weet wat dat betekend . . .
Het betekend niet alleen dat de accu van Madam ‘Tiz niet meer bijgeladen wordt, het betekend ook dat ik een bezoekje aan de garage moet gaan brengen.

Ik vertel de garagehouder wat ik gezien heb en hij verteld mij dat het niet goed is dat het lampje brand als de motor loopt. Gelukkig heeft hij wat tijd en duikt gelijk met zijn hoofd onder de motorkap van Madam ‘Tiz.
Twee tellen later komt zijn hoofd weer onder de motorkap vandaan en kijkt mij aan.
“Zeg . . .” begint de garagehouder, “Heb jij een vreemd geluid gehoord toen jij de motor startte?”
“Nee. Madam ‘Tiz begon gelijk lieflijk naar mij te snorren. Hoezo?”
“Je mist namelijk een V-snaar. De snaar die je accu bij moet laden tijdens het rijden.”

We lopen zijn kantoortje in en hij rammelt wat op het toetsenbord van de pc.
“Je hebt mazzel, ik heb nog een passende V-snaar liggen. Zal ik hem maar gelijk repareren?”
Ik vond dat een uitstekend idee en mocht zelf Madam ‘Tiz op de brug van de garage rijden.
Madam ‘Tiz is niet groot. Het motortje ook niet, maar ik vind het verbazingwekkend dat ze zoveel onder het kleine motorkapje hebben kunnen krijgen. Ook de garagehouder mopperde licht dat hij er maar slecht bij kon. Gelukkig was er een collega bereidwillig om even een handje toe te steken.

Op een gegeven ogenblik waren er drie monteurs met Madam ‘Tiz bezig. En het was nodig ook, want één monteur hield een steeksleutel vast, een andere monteur had er ook één in zijn handen en hij draaide de moer los van de bout waar monteur één zijn steeksleutel op hield. De derde monteur probeerde met een lamp wat licht in de duisternis onder de motorkap te brengen.
Ik zag de teller van het arbeidsloon nu drie keer zo snel gaan . . .
“Wat een service, hè?” zegt de garagehouder, “Met drie man een V-snaar vervangen.”
“Ja, het mag wat kosten . . .”
“Daar kan je wel op rekenen,” lachte de garagehouder, “want drie man kost niet niks.”

Twintig minuten later deed de garagehouder de motorkap van Madam ‘Tiz weer dicht. Nadat de  garagehouder een keer de motor had gestart en met een goedkeurende blik naar het dasboard had gekeken, zei hij dat het lampje nu uit was en dat alles nu weer tiptop werkt.
Met lichte angst vroeg ik aan de garagehouder wat hij van mij kreeg.
“Eens even denken . . .” zei de garagehouder, “We zijn een klein half uurtje bezig geweest met drie man . . . Een beetje stroom . . . Het gebruik van gereedschap . . . Extra kosten voor de ‘snelservice’ . . . En dan de V-snaar nog . . .”
Ik zie een glimlach om de mond van de garagehouder komen en denkbeeldig zie ik eurotekens in zijn ogen.
“Wil je een rekening? Of betaal je contant?”
Die keuze is niet moeilijk. Ik betaal wel contant, dan zit er doorgaans geen btw op en is de gewone prijs ook wat lager.
“Oké,” zegt de garagehouder weer, “dan ronden we het af op een tientje de man.”
Ik pak mijn portemonnee en kijk er in . . .
“Momentje . . .” zeg ik, “Ik ben zo terug.”
Ik loop de garage uit en loop naar de buren die een flappentapper in de muur hebben zitten. Daar pin ik dertig euro en loop weer naar de garage terug. De garagehouder geef ik één tientje en zijn twee collega’s geef ik ook elk een tientje.
Alle drie kijken ze mij verbaasd aan.
“Wat is er?” vroeg ik, “Jij zei toch dat het een tientje per man was?”
Meewarig schud de garagehouder zijn hoofd . . .

Geen opmerkingen:

Een reactie posten